Maken en leven #3 / Noodzaak

Het op mijn eigen manier doen. Op mijn eigen voorwaarden. Werken met rust, de tijd nemen en het vertrouwen hebben om dingen te laten ontstaan, niets forceren. Ergens zijn, de tijd nemen om ergens echt te zijn, en dat gebruiken als uitgangspunt. Dat het over landschap moet gaan, over vrouwen in het landschap, vrouwen op het land. Wat dat dan ook mag betekenen. 

Dat zijn de voornemens waarmee ik begon aan mijn afstudeervoorstelling. Nu ik ver weg heb gepresenteerd deel ik via deze blog graag de inzichten en ervaringen die ik opdeed tijdens dit project.

Noodzaak. Het woord viel al een paar keer in mijn vorige blogs. Ik heb er veel over gemijmerd de afgelopen tijd. Dat gaat ongeveer zo:

Noodzaak, dat heeft de vorm van een grote, voelbare drive. Een enorme passie, meestal met een maatschappelijke of politieke betekenis, een onweerstaanbare behoefte om iets te doen, te zeggen en te veranderen. Noodzaak gaat over de wereld, over mensen, en is per definitie niet egoïstisch. Noodzaak kent geen twijfel, is slechts een onwrikbare overtuiging, die aanstekelijk werkt voor de mensen om je heen, en bovendien is deze alles in beweging zettende kracht een absolute voorwaarde om kunst te mogen maken.

Ik voel dat niet.
Nou, dan ben ik dus geen kunstenaar.

Hallo, Hannegijs, schattig dat je er nog in gelooft dat de wereld zo in elkaar zit, maar joehoe, Ground Control to Major Tom, even terug naar het echte leven.

Oh ja, het echte leven, als 25-jarige in 2018, dat is dus existentiële crisis all over the place, al die lieve jonge mensen om je heen die het ook niet weten, me meer dan ooit realiseren hoe absurd zinloos het leven is, er desalniettemin best wel van genieten, erom lachen, erom huilen, dan maar weer gewoon een biertje drinken met vrienden die er ook maar wat van proberen te maken. Je leest eens een boek, dat helpt wel, al blijf ik daarna meestal toch met meer vragen dan antwoorden achter.

En in die chaos dan weer op zoek naar de noodzaak. Als een soort worst aan een hengel om achteraan te rennen (en daarachter de leegte).

Ik voel het niet. Hoewel, als ik deze voorstelling maakte zonder noodzaak, waarom moest ik er dan toch zo hard om huilen? Dan is er dus wel iets. Het lukt me alleen nog niet goed dat onder woorden te brengen.

Zachtheid. Er is iets met die zachtheid, een woord dat steeds blijft terugkomen in relatie tot dit project. Zachtheid als onmisbare kracht van de vrouw en het vrouwelijke, zachtheid als een zo weinig geziene manier om onze omgeving mee te benaderen, zachtheid als houding in een maakproces, zachtheid als middel om mee te maken. Zachtheid, misschien wel, als statement.

Ja, dat klopt, zachtheid is in allerlei opzichten waar ik naar zoek. En aangezien we toch al tot de conclusie waren gekomen dat het ook over mij gaat, gaat het dus absoluut over zachtheid.

Kan zachtheid mijn noodzaak zijn? Het voelt tegenstrijdig. Mijn definitie van noodzaak is namelijk zo ongeveer het tegenovergestelde van zachtheid. Noodzaak is hard en rechtlijnig. Wat een mannelijke benadering eigenlijk. Bijna seksueel. DrivePassie. Jeetje. Hoe kom ik aan dit idee? En wat is het voor gek minderwaardigheidscomplex dat ik mezelf geen kunstenaar vind bij gebrek aan harde rechte noodzaak?

U hoort het. Ik maak voorlopig uitsluitend zachte dingen. Die over mezelf mogen gaan.

Biertje?